Word jij ook wel eens boos, verdrietig of teleurgesteld door goedbedoelde adviezen van anderen over de opvoeding of het gedrag van je kind?
Dit is iets wat ik regelmatig hoor tijdens mijn coachgesprekken met moeders.
Goedbedoelde adviezen: hoe ga je hiermee om?
Mensen in je omgeving vinden het soms moeilijk om op de juiste manier met jouw situatie om te gaan.
•De één geeft té veel goedbedoelde adviezen.
•De ander praat er liever niet over, vaak uit ongemak of om je te beschermen.
Hetzelfde geldt voor jouw kind. Geen enkel kind is standaard, en toch voelt het soms alsof anderen oordelen over hoe je opvoedt of hoe jouw kind zich gedraagt.
Als moeder voel je dan vaak de blikken en praatjes van anderen. Het kan pijn doen, vooral als je kind iets doet dat niet als “normaal” wordt gezien. Hoe reageer je daarop? Boos worden? Weglopen? Veel moeders vinden dit lastig, maar hier zijn 3 tips om hiermee om te gaan:
1. Bekijk het van de positieve kant en bepaal jouw reactie
Jij hebt altijd de keuze hoe je reageert. Laat je niet verleiden tot een negatieve reactie.
Een persoonlijk voorbeeld:
Ik krijg vaak vervelende blikken of “nee-knikkers” als ik als 48-jarige op een invalide parkeerplaats parkeer. Veel mensen denken dat dit alleen voor ouderen is.
Laatst sprak een vrouw me belerend aan. Ik bleef rustig en zei vriendelijk:
“Fijn dat u erop let, want soms parkeren hier mensen zonder handicap. Maar helaas heb ik er wel één.”
Ze was verbaasd (waarschijnlijk verwachtte ze een boze reactie) en liep weg. Doordat ik vriendelijk bleef, ging ik zonder vervelend gevoel naar huis – misschien zelfs met een lach!
2. Geef duidelijk aan waar je behoefte aan hebt
Heb je geen zin in goedbedoelde adviezen? Zeg dat! Alleen jij weet wat je nodig hebt. Wil je gewoon even je hart luchten? Geef dat aan.
Dit klinkt simpel, maar ik begrijp dat het tijd en oefening kost. Wees trots op jezelf als je dit zelfs maar één keer hebt gedaan. Blijf luisteren naar je eigen gevoel en behoeften.
3. Onthoud: alles is projectie
De reactie van een ander zegt vaak meer over hém of háár dan over jou.
Stel, iemand vindt dat jouw kind altijd netjes gevlochten haren moet hebben om verzorgd te zijn. Dit zegt iets over haar normen en waarden, niet over jou.
Vraag jezelf af: Is dit mijn probleem of dat van de ander? Als jij het geen probleem vindt, laat het dan bij de ander liggen. Het kost tijd om zo te leren denken, maar ook jij kunt dit!