Hoe kan jij ervoor zorgen dat de informatie, die je aan je kind geeft, duidelijk overkomt zodat jij en je kind elkaar beter gaat begrijpen. Hierdoor zal jij gaan merken dat je minder vaak je vraag hoeft te herhalen en minder hoeft te mopperen op je kind.
Zoals ik al eerder in DEZE blog geschreven heb doen wij, voor meer dan 90%, dingen onbewust op een dag. Je kan namelijk maar tussen de 5 en de 9 dingen bewust doen op een dag.
Weglaten.
Zonder dat je het zelf in de gaten hebt laat je informatie weg in de boodschap naar je kind.
Je laat informatie weg waardoor het onduidelijk is voor je kind wat je van hem vraagt en hij niet weet wat hij moet doen.
Voorbeeld: “Ga nou eens je spullen pakken en schiet eens op!”
Generaliseren:
Je zegt onbewust zinnen waarin je situaties over 1 kam scheert. Je stelt dat iets altijd/nooit gebeurt.
Voorbeeld: “Jij vergeet ook altijd je spullen.”
TIP: GEEF JE WAARNEMING TERUG EN HOU HET BIJ HET HIER EN NU. WAT IS ER NÚ GEBEURD/AAN DE HAND.
Vervorming:
Je geeft ergens je eigen invulling aan. Dit leidt vaak tot een onduidelijke oorzaak-gevolg.
Voorbeeld: “Jouw gedrag irriteert mij”. Wat in zijn gedrag irriteert jou? Wat doet je kind precies? Waar mag je kind mee stoppen? Wat verwacht je precies van hem?