Leer je kind (de grootte van) zijn emoties benoemen…
Zoals ik in de vorige blog heb verteld mogen wij onze kinderen nog heel veel leren over hun emoties, hoe ze die herkennen hoe ze die kunnen benoemen en hierin hun grenzen kunnen aangeven. In deze blog ga ik verder met het benoemen van de emoties.
Als je van jongs af aan emoties benoemd, zowel van je kind als van jezelf gaat je kind leren hoe het heet wat hij voelt en wat er aan de hand is. Hierdoor krijgt je kind een grotere woordenschat, wanneer zich in zijn omgeving heel duidelijk kan uitdrukken. Bijvoorbeeld: “ik ben boos, omdat jij dat speelgoed van me afgepakt “.
Door je kind van jongs af aan te leren hoe hij zijn emotie kan herkennen en benoemen kan je kind dit duidelijker aangeven aan anderen en herkennen bij zichzelf.
Het is dus ook belangrijk om je kind van jongs af aan te leren hoe groot of hoe heftig een emotie is.
Je zou dit bij peuters kunnen doen door middel van bijvoorbeeld drie verschillende poppetjes. Een klein poppetje, een middelgroot poppetje en een groot poppetje en aan de hand daarvan je kind leren aangeven dat de grootte van het poppetje de zwaarte van de emoties aangeeft. Dit zul je natuurlijk eerst even simpel moeten uitleggen aan je kind.
Bij een kleuter zou je met een (zelfgemaakte) thermometer kunnen werken. Hierop zou je kind dan de sterkte van de emotie kunnen aangeven. Net als met verstoppertje spelen ben je met koud ook het minst dicht bij de zoek plek waar het verstopt is. Zo kun je dit vergelijken met de zwaarte van de emoties en de thermometer. Koud is niet zo boos en warm is woedend.
Bij oudere kinderen zou je ze een cijfer kunnen laten geven. “Hoeveel verdrietig voel je je als het een cijfer heeft tussen de nul en de 10. Leg hierbij uit dat 10 heel erg verdrietig is en 0 eigenlijk bijna niet verdrietig is
Door zo onbewust samen met je kind bezig te zijn met zijn emoties leer jij je kind hoe hij zijn emoties kan herkennen, welke namen erbij horen en hoe erg het gevoel is. Hierna kan jij met je kind pas aan de slag gaan hoe hij dit op een gepaste manier kan verwoorden aan zijn omgeving (broertjes, zusjes, vriendjes, school, sport etc). Hier kom ik dan ook een volgende keer op terug.
Nadat je kind herkend heeft welke emotie hij heeft en hoe heftig deze emotie is kan je gaan kijken naar welke woorden daar bij passen.
Zo is het heel gemakkelijk om alles maar “boos” noemen. Er wordt nogal makkelijk gezegd door een kind “ik ben boos! “. Maar wat bedoelt je kind dan precies? Hoe boos is je kind? (kijk naar de hulpmiddelen hierboven). Kijkend naar de zwaarte van de boosheid zou dit dus ook een andere naam mogen krijgen bijvoorbeeld geïrriteerd, gefrustreerd of woedend.
Als jouw kind al een tijdje bezig is met het leren van veters te strikken en het lukt hem maar niet dan kan je goed begrijpen dat jouw kind boos wordt. Een tip zou dan kunnen zijn om te benoemen wat je ziet “ik zie dat het maar niet wil lukken met het strikken van de schoenen he? Ik snap dat je hier wel wat gefrustreerd van raakt “. Door een situatie te herkennen en letterlijk te benoemen wat je ziet en de passende emotie erbij te vertellen, leert je kind meer woordenschat over verschillende soorten emoties.
Met een grotere woordenschat kan hij zijn emoties ook duidelijker maken ten opzichte van een ander. Jij bent hier weer een voorbeeld, want jij gaat jouw emoties/gevoelens omschrijven en geeft een mate van heftigheid aan met behulp van de hulpmiddelen hierboven.
Het is dan ook goed om regelmatig stil te staan bij jezelf en je af te vragen hoe reageer ik als ik me zo voel en geef ik hierin het goede voorbeeld naar mijn kind? Ik denk dat jij jezelf zal verbazen hoe vaak jij onbewust je emoties op een manier laat zien die minder wenselijk is….
Ben hierin niet te streng naar jezelf en zie deze blog als een liefdevolle wake-up-call.
Ga HIER verder met stap 3…