Zo houd jij het aankleden smorgens gezellig.

Aankleden lijkt simpel, maar voor je kind is het vaak een uitdaging. Voor hij zijn eerste sok heeft aangetrokken, is hij al bezig met 86 andere dingen. En jij? Jij bent hem ondertussen aan het aansporen:

“Schiet nou eens op!”

“Heb je je broek nou nog steeds niet aan?”

“Blijf nou eens van die auto’s af en kleed je aan!”

Voor je het weet, sta je ’s ochtends al vroeg te mopperen.

Voor sommige kinderen is het afronden van een taak lastig. Ze raken snel afgeleid door alles om hen heen. En eerlijk is eerlijk: een racebaan is natuurlijk veel interessanter dan sokken

Het is niet dat je kind niet wil meewerken, maar het denkt nog in het nu. Het legt de link niet tussen “als ik nu niet opschiet, dan komen we straks te laat op school.”

Dus hoe kun je zorgen dat je kind op tijd klaar is zonder dat je je stem verheft? Hieronder vind je de beste tips.

Tips om stressvrij de ochtend door te komen

1.  Laat je kind kiezen

Keuzevrijheid kan wonderen doen. Laat je kind de avond van tevoren zijn outfit kiezen uit 2-3 setjes die jij klaarlegt. Zo heeft hij een gevoel van controle, maar houd jij grip op wat praktisch is. Maak daarbij duidelijk: wat gekozen is, wordt ook echt aangetrokken. Geen discussies meer in de ochtend!

2. Begin direct met aankleden

Wachten met aankleden tot na het ontbijt? Grote kans dat je kind afgeleid raakt door speelgoed of een filmpje. Voorkom dit door eerst te wassen en aan te kleden voordat jullie naar beneden gaan. Zo is die taak al klaar en ontstaat er minder weerstand.

3. Zorg voor een prikkelarme omgeving

Een kind dat snel afgeleid is, doet er langer over in een kamer vol speelgoed. Laat je kind zich aankleden op een rustige plek, zoals de badkamer. Hier is minder afleiding, waardoor je kind sneller klaar is.

4. Wees duidelijk in je communicatie

Instructies zoals “Schiet op!” of “Ga je aankleden” zijn te vaag. Geef duidelijke, kleine opdrachten, bijvoorbeeld: “Doe eerst je broek aan.” Als dat klaar is, geef je de volgende stap. Overweeg ook om pictogrammen te gebruiken met alle stappen. Je kunt dan zeggen: “Kijk even op je lijstje wat je nog moet doen.” Dit voorkomt dat jij constant hoeft te herhalen en helpt je kind zelfstandig te worden.

5. Houd het positief

Complimenteer wat al goed gaat, hoe klein ook:

“Wauw, je broek zit al aan!”

“Goed gedaan, de sokken zijn al aan. Nog even de trui en je bent klaar.”

Door positief gedrag te benadrukken, geef je je kind zelfvertrouwen en motiveer je hem. Dit voorkomt dat de focus alleen ligt op wat nog niet goed gaat.

Reacties uitgeschakeld voor Zo houd jij het aankleden smorgens gezellig.

Hoe leer ik mijn kind omgaan met ​emoties? Stap 1

Emoties, we ervaren ze elke dag. Soms zijn ze simpel, maar vaak ook ingewikkeld. Het is eigenlijk best gek: we vinden het heel normaal om een kind te leren lopen, praten, en eten, maar vergeten vaak dat omgaan met emoties ook iets is wat ze mogen leren.

Als een kind leert lopen krijgt het hulp en aanmoediging. Een kind wat zijn emoties niet op een gewenste manier uit, krijgt daarentegen vaak gemopper of zelfs straf.

We vergeten dan ook dat een kind mag leren omgaan met het herkennen van en reageren op de emoties. Ook de emoties zijn namelijk net zo nieuw voor ons kind als alle andere dingen die ze nog te leren hebben. En juist daarin hebben ze ons als ouder hard nodig.

Een kind is namelijk nog in ontwikkeling. Je kunt van je kind nog niet verwachten dat het op dezelfde manier omgaat met emoties als een volwassene.

Waarom emoties belangrijk zijn

We worden allemaal geboren met vier basis-emoties

  • blij

  • boos

  • bang

  • verdriet. 

Deze emoties zijn essentieel om onszelf en de wereld om ons heen te begrijpen.

Dus hoe kun je laten zien dat je de emoties van je kind serieus neemt?

Door ze te benoemen. Bijvoorbeeld:

  • ik snap dat je daar boos van wordt

  • ik begrijpen dat je nu teleurgesteld bent

  • ik zie dat je het spannend vindt

Dit laat je kind voelen dat hun emoties er mogen zijn en dat ze begrepen worden.

Vier stappen om met emoties om te gaan:

Om je kind te helpen emoties beter te begrijpen en er gezond mee om te gaan, kun je deze vier stappen gebruiken:

  1. herkennen: wat is het dat ik voel? 

  2. benoemen: hoe heet dit gevoel

  3. accepteren: het is oké om te voelen wat ik voel

  4. reageren: op een manier die niet schadelijk is voor mezelf en mijn omgeving

Een leuke manier om dit uit te leggen is via het weer. Emoties zijn als het weer: ze komen en gaan, en iedereen kent ze. Zo kun je boosheid vergelijken met onweer, verdriet met regen, en blijheid met de zon. Dit maakt het voor kinderen eenvoudiger om emoties te begrijpen.

Ik heb een flyer gemaakt om je hiermee te helpen, Klik HIER om hem te downloaden.

In deze blog lees je meer over de eerste stap:

Herkennen van emoties

Het leren herkennen van emoties kan niet vroeg genoeg beginnen. Misschien doe je het al zonder dat je het doorhebt. Denk aan een huilende baby die wacht op een fles: “Je bent boos omdat het zo lang duurt, hè?” Ook al begrijpt je baby dit nog niet, je legt wel de basis voor emotioneel bewustzijn.

Hetzelfde geldt als je kind schrikt van een harde deur die dichtvalt. In plaats van te zeggen: “Doe maar normaal, het is maar een deur,”kun je beter benoemen wat er gebeurt:

“Je schrok van dat harde geluid, hè? Dat was de deur. Het is oké om dat even eng te vinden.”

Geef het goede voorbeeld

Je helpt je kind ook door je eigen emoties regelmatig te benoemen. Bijvoorbeeld:

“Ik voel kriebels in mijn buik. Ik vind het best spannend om in deze achtbaan te gaan.”

“Ik heb tranen in mijn ogen omdat ik dit nieuws op tv verdrietig vind.”

Door je eigen gevoelens uit te spreken, laat je zien dat het normaal is om emoties te hebben en erover te praten. Dit helpt je kind om zijn eigen emoties beter te herkennen en te begrijpen.

Wanneer een kind woorden leert voor wat het voelt, groeit niet alleen het begrip, maar ook het zelfvertrouwen.

Oefenen maakt meester

Oefen de komende week eens met bewust emoties te benoemen bij jezelf en je kind.

Maak het leuk! Gebruik bijvoorbeeld de flyer met pictogrammen om samen te oefenen.

Door er spelenderwijs mee aan de slag te gaan, bouw je aan het emotionele bewustzijn van je kind én jezelf.

Ga HIER verder met stap 2…

Reacties uitgeschakeld voor Hoe leer ik mijn kind omgaan met ​emoties? Stap 1

Zo houd jij het aankleden smorgens gezellig.

Aankleden, het lijkt een simpele taak, maar je kind denkt daar anders over. Want voor hij ook maar één sok aan heeft, heeft hij al 86 andere dingen gedaan. Constant afgeleid en telkens weer bezig met andere dingen.
 
En jij bent hem ondertussen steeds aan het jagen:
‘Schiet nou eens op!’
‘Heb je nou nog je broek nog niet aan?’
‘Blijf nou eens van die auto’s af en kleed je even aan!’
Voor je het weet sta je ’s ochtends om half 8 al te mopperen en te schelden!

Voor sommige kinderen is het geconcentreerd af maken van een taak of een opdracht heel ingewikkeld. Ze zien iets anders en dat trekt de aandacht. En zeg nou zelf, een racebaan met supersnelle autootjes ís toch ook interessanter dan je sokken?
 
Dat afgeleid zijn, is geen kwestie van niet mee willen werken of dwars willen zijn, het is gewoonweg niet interessant genoeg voor je kind. Hij legt ook het verband nog niet tussen: ‘Als ik nu niet opschiet… dan zijn we straks te laat op school.’ Nee. Hij denkt in het NU en in het NU zijn zijn auto’s aantrekkelijker dan zijn sokken.

Het begint met begrijpen dat je kind nog geen tijdsbesef heeft en dat hij van plannen nog helemaal geen kaas gegeten heeft. Wij gaan er te snel van uit dat onze kinderen dit al kunnen.

Hoe kan jij er voor zorgen dat je kind wel op tijd zich aangekleed heeft?

  1. Laat je kind kiezen. Zorg er voor dat je kind iets aan mag doen wat hij leuk vind en zelf heeft mogen uitkiezen. Laat hem zijn kleren de avond van te voren uitkiezen. Pfff hoor ik jou nu denken….daar gaat zoveel tijd in zitten en vervolgens wordt het iets wat echt niet mogelijk is (bv een korte broek terwijl er sneeuw ligt). Gaan we daar weer strijd over hebben! NEE zo gaan we dit natuurlijk niet doen! Hoe dan wel? Jij legt 2 of 3 setjes klaar waar je kind uit mag kiezen. Zo heb jij de controle over datgene wat er aangedaan wordt en kan je kind (leren) kiezen. Zo bespaar je smorgens tijd en discussies. Maak de duidelijke afspraak dat wat gekozen is wordt ook aangedaan. PUNT!
  2. Begin de dag direct met wassen en aankleden. Als je eerst naar beneden gaat om lekker te  ontbijten of iets  dergelijks, wordt je kind gegarandeerd afgeleid door iets anders. Hij is lekker aan het spelen met de lego of even een  filmpje aan het kijken en dan moet hij opeens aankleden. Ja, daar heeft hij dan natuurlijk geen zin in… Voorkom dit soort momenten door simpelweg pas naar beneden te gaan als je kind is aangekleed.
  3. Vermijd afleiding. Als je kind snel afgeleid is, zorg er dan voor dat je kind in een prikkelarme  omgeving zich kan aankleden. Jezelf  aankleden in je slaapkamer, waar al je mooie speelgoed, je knuffels en je auto’s staan, is voor een snel afgeleid kind natuurlijk de goden verzoeken. Alsof je zelf taartjes aan het maken bent, maar zelf niks mag proeven… Leg de kleren van je kind bijvoorbeeld klaar in de badkamer. Daar ben je toch al om te wassen en de kans dat je kind daar afgeleid wordt, is stukken kleiner. Zo kan je sneller doorwerken.
  4. Ben duidelijk! Zoals ik al eerder in DEZE blog verteld heb, zijn we vaak onduidelijk in de communicatie naar ons kind. Hoe kan jij duidelijk zijn m.b.t het aankleden? Schiet nou op! is onduidelijk. Hoeveel tijd heeft hij nog? Houd je opdrachten klein en behapbaar. ‘Ga je even aankleden’ is te algemeen en te groot en kan voor sommige kinderen ook onduidelijk zijn (ookal doen ze dit elke dag…). Geef één opdracht tegelijkertijd en als het klaar is pas de volgende. Het kan ook helpen om pictogrammen op te hangen, waarop je kind kan zien wát hij moet doen en in welke volgorde. En in plaats van dat jij hem dan steeds moet jagen, kun je vragen: ‘Kijk even op je lijstje, wat je nog mag doen’. Hier leert je kind veel meer van. 
  5. Houd het positief. Benoem de dingen die al klaar zijn of wanneer je kind goed geluisterd heeft. B.v. Wauw jij hebt die broek al helemaal zelf aangedaan en ook nog de knoop dicht! Super dat jij de sokken al aan hebt! We vergeten snel om dingen te benoemen, die wij als vanzelfsprekend zien. Het lastige daarvan is, dat je al snel verzandt in alleen de negatieve dingen benoemen, zeker als je haast hebt. Daarom een reminder om juist ook te benoemen wat wel goed gaat, zelfs als het maar heel simpel is (en jij eigenlijk vindt dat het heel normaal is).
Reacties uitgeschakeld voor Zo houd jij het aankleden smorgens gezellig.

Dit is de impact van schreeuwen op je kind!

Iedere ouder maakt het wel eens mee: je wordt net iets te boos op je kind, schreeuwt harder dan je wilde, of zegt iets waar je achteraf spijt van hebt. Het is menselijk. Als ouder ben je geen robot en je hebt ook je eigen emoties en grenzen.

Natuurlijk is het belangrijk om na zo’n moment je excuses aan te bieden aan je kind. Hiermee geef je het goede voorbeeld en leert je kind hoe belangrijk het is om verantwoordelijkheid te nemen voor je gedrag. Maar laat goedpraten achterwege. Je excuses zijn al krachtig genoeg.

Dat gezegd hebbende, schreeuwen of mopperen voelt voor niemand fijn. Niet voor jou als ouder, en zeker niet voor je kind. In deze blog deel ik tips die je helpen om die momenten vaker te voorkomen.

Waarom we minder willen schreeuwen

Schreeuwen en boos worden op een manier waar je achteraf spijt van hebt, kan een flinke impact hebben op zowel je kind als jezelf.

Voor je kind:

  • Je kind kan zich bang en onveilig voelen, vooral als je boosheid gepaard gaat met een harde toon of dreigende houding.
  • Het zelfvertrouwen van je kind kan worden aangetast, zeker als je zinnen gebruikt zoals “je bent altijd zo…”
  • Kinderen spiegelen jouw gedrag. Als jij boos wordt door te schreeuwen, is de kans groot dat je kind dit zelf ook overneemt.
  • Het kan ervoor zorgen dat je kind meer gaat liegen, uit angst voor jouw reactie.

Voor jou als ouder:

  • Het geeft je een naar gevoel. Je wilde juist een veilige, liefdevolle ouder zijn en je voelt je schuldig.
  • Het kan je laten twijfelen aan je vaardigheden als ouder, wat je onzeker maakt.
  • Het risico bestaat dat je in een negatieve spiraal belandt, met meer mopperen, straffen en schreeuwen als gevolg.

Tips om minder te mopperen of schreeuwen

Het goede nieuws is dat je dit gedrag kunt doorbreken. Hier zijn een aantal praktische tips:

  1. Vraag jezelf af hoe belangrijk het is: Is het écht nodig om boos te worden? Als je bijvoorbeeld moppert omdat je kind met zijn handen eet, vraag jezelf dan af: “Is dit het waard?” Misschien kun je thuis wat losser zijn en duidelijke afspraken maken over hoe je kind buitenshuis eet. Minder strijd betekent vaak meer rust in huis.
  2. Geef oprechte aandacht: Kinderen willen net als jij gehoord en begrepen worden. Door hen oprechte aandacht te geven, zelfs als je haast hebt, voorkom je vaak al irritaties. Even echt luisteren kan veel mopperen en energie besparen.
  3. Doe iets onverwachts: Verras je kind met een reactie die hij niet verwacht. Dit kan zijn aandacht trekken en de situatie de-escaleren voordat jij boos wordt. Zorg er wel voor dat je frustratie nog niet het kookpunt heeft bereikt.
  4. Wees bewust van aannames: Vaak denken we te weten waarom ons kind iets doet of wat er gaat komen. Kijk in plaats daarvan naar wat je daadwerkelijk ziet en hoort, en benoem dat letterlijk. Dit voorkomt misverstanden en frustratie aan beide kanten.
  5. Neem een time-out voor jezelf: Voel je dat je frustratie oploopt? Ga even naar de wc. Dit is vaak de enige plek waar je wat rust kunt vinden. Gebruik die paar minuten om diep adem te halen en tot jezelf te komen.
  6. Vat het niet persoonlijk op: Onthoud dat je kind niet doelbewust probeert je boos te maken. Kinderen zijn nog aan het leren hoe ze met frustraties en teleurstellingen moeten omgaan. Besef dat hun gedrag een uiting is van hun leerproces, niet van een opzettelijke aanval op jou.
  7. Kijk in de spiegel: Vraag jezelf op moeilijke momenten af hoe je je voelt. Ben je moe, gestrest of afgeleid? Als je merkt dat je niet in balans bent, is het belangrijk om daar iets aan te doen. Je kunt pas goed voor je kind zorgen als je goed voor jezelf zorgt.

En als je toch boos wordt…

Probeer dan op een “groene” manier boos te worden. Dit betekent dat je grenzen stelt en boosheid toont zonder je kind angst aan te jagen of te kleineren. Op mijn deze pagina vind je meer tips over hoe je dit kunt doen.

Je bent niet alleen in deze uitdaging. Ouderschap is leren en groeien, net als voor je kind. Neem de tijd, wees geduldig met jezelf, en onthoud dat elke stap in de goede richting telt.

Op deze blogpagina kan je nog meer handige tips vinden die hierop aansluiten.

Reacties uitgeschakeld voor Dit is de impact van schreeuwen op je kind!

Zo geef jij je kind meer zelfvertrouwen!

Zelfvertrouwen is een van de belangrijkste bouwstenen in het leven van je kind. Het geeft ze de kracht om uitdagingen aan te gaan, om te leren van tegenslagen en om altijd weer op te staan.

Sommige kinderen hebben hier van nature meer aanleg voor, terwijl anderen wat extra begeleiding nodig hebben.

Een eenvoudige en krachtige manier om het zelfvertrouwen van je kind te vergroten, is door complimenten te geven. Maar niet zomaar complimenten – het gaat om hoe je ze geeft…

Complimenten geven voelt goed, zowel voor jou als ouder als voor je kind. Ze kunnen een enorme boost geven aan het gevoel van eigenwaarde. Maar wist je dat het soort compliment dat je geeft veel uitmaakt?

Vaak richten we complimenten op het resultaat:

  • “Wat een mooie tekening!”
  • “Je hebt je toets gehaald!”
  • “Wat een goede cijfers heb je!”

Hoewel dit natuurlijk goedbedoeld is, leert je kind hiermee dat alleen het eindresultaat telt. Maar op dat resultaat heeft je kind niet altijd invloed.

Wat wél binnen hun controle ligt, is het proces: de inspanning, doorzettingsvermogen en vaardigheden die ze laten zien

Wanneer je procesgerichte complimenten geeft, benadruk je wat je kind heeft gedaan om tot dat resultaat te komen. Denk aan:

  • “Ik zie dat je heel hard gewerkt hebt aan die tekening!”
  • “Wat goed dat je doorzette met die puzzel, ook toen het lastig werd.”
  • “Je hebt veel geoefend voor dit diploma, dat zie ik terug!”
  • “Je wordt steeds beter in voetbal omdat je zo vaak traint.”

 

Waarom dit werkt

Met deze aanpak leert je kind dat succes voortkomt uit inzet en leren. Ze koppelen het resultaat niet alleen aan talent, maar aan de stappen die ze hebben gezet:

•“Die mooie tekening heb ik gemaakt omdat ik er hard aan gewerkt heb.”

•“Ik heb die puzzel opgelost omdat ik niet opgaf.”

•“Mijn zwemdiploma heb ik gehaald door veel te oefenen.”

Door procesgerichte complimenten geef je een krachtige boodschap mee: je kunt alles leren. Dit stimuleert niet alleen zelfvertrouwen, maar ook een mindset om te ontwikkelen

 

Hoe doe je dit als mama?

Het kan wennen zijn om je complimenten om te buigen van resultaat naar proces, want we zijn vaak gewend om het eindresultaat te prijzen.

Een handige tip is om stil te staan bij wat je je kind hebt zien doen. Benoem dat specifiek: de moeite, het oefenen, het doorzetten.

Op deze manier help je je kind te begrijpen dat hun inspanning loont. En met die les geef je hen een fundament voor levenslang zelfvertrouwen.

Wil je dit toepassen? Begin klein en wees geduldig met jezelf. Jouw complimenten maken echt een verschil!

Reacties uitgeschakeld voor Zo geef jij je kind meer zelfvertrouwen!

Hoe leer ik mijn kind omgaan met ​emoties? Stap 4.2

In het eerste deel van stap vier deelde ik al waardevolle inzichten over hoe ons brein en dat van onze kinderen werkt tijdens een emotie, en hoe jij daar als ouder op kunt reageren.

Omdat deze stap zo belangrijk is en in het dagelijks leven vaak terugkomt, heb ik hem bewust opgesplitst. Hier gaan we verder met praktische tips die je meteen kunt toepassen.

Vertel over je eigen ervaringen.

Kinderen leren niet alleen door wat je zegt, maar vooral door wat je doet.

Het kan ontzettend waardevol zijn om je eigen ervaringen als kind met hen te delen. Hoe voelde jij je toen je bijvoorbeeld teleurgesteld was? Wat hielp jou om verder te gaan?

Pas je verhaal aan de leeftijd van je kind aan. Zo leren ze dat moeilijke gevoelens bij het leven horen, dat ze overgaan, en dat je er sterker uit kunt komen.

Dit geeft ze het vertrouwen om met hun eigen emoties om te gaan.


Zeg wat wél kan

Wanneer een kind zijn emoties uit op een manier die niet gewenst is, reageren we vaak met “Stop daarmee!” of “Doe dat niet!” Maar wat mag het kind dan wél doen? Emoties moeten eruit; dat is gezond. Je kunt je kind dus een alternatief bieden.

Voorbeeld: “ik zie dat je boos bent. Ik wil dat je ophoudt met tegen de deur te schoppen. Je mag even in de gang gaan stampen of buiten op te trampoline springen om af te koelen.”

Zo stel je een grens zonder de emotie af te wijzen.


Geef je kind de ruimte .

Tijdens een heftige emotie heeft je kind tijd nodig om tot rust te komen.

Je kunt helpen door te benoemen wat je ziet: “Ik zie dat je boos bent omdat je speelgoed is afgepakt.”

Laat de emotie daarna even met rust. Wanneer je kind kalm is, kun je samen bespreken wat er gebeurde, hoe hij reageerde en wat hij de volgende keer anders zou kunnen doen.

Dit soort momenten zijn waardevol leermateriaal. Meestal komen we niet meer terug op een situatie die geweest is, omdat je kind dan vaak al afgekoeld is en jij de situatie niet opnieuw weer wil “aanwakkeren”.

Maar…

Als je kind afgekoeld is, kun je rustig samen bespreken wat er gebeurde.

Dit helpt hen te leren wat ze in de toekomst beter kunnen doen.

Verwacht echter niet dat ze dit meteen perfect toepassen; ze hebben het zich nou eenmaal zo aangeleerd en het kost tijd om te wennen aan nieuwe gewoontes.

Blijf geduldig en ondersteun je kind hierin.

In mijn gratis E-Book minder mopperen, meer plezier heb ik een heel hoofdstuk gewijd aan dit onderwerp. Ik raad je zeker aan om dit te lezen. Je kan het E-Book HIER downloaden.


Doorbreek de negatieve spiraal…

In uitdagende periodes waarin je kind vaak boos of verdrietig is, kan het gebeuren dat je vooral aandacht geeft aan negatieve momenten.

Maar vergeet niet om ook positieve aandacht te geven wanneer je kind rustig en blij is.

Samen een spelletje doen, een boekje lezen of koken helpt om de balans te herstellen en voorkomt dat je kind leert dat alleen negatieve emoties jouw aandacht trekken.

Je zou namelijk niet de eerste ouder zijn die ongemerkt in deze “negatieve spiraal ” zal belanden. Ben je dus vooral ook bewust van de momenten die goed gaan zodat jij aan het einde van de dag meer energie over houdt.


Blijf leren en toepassen

Ik hoop dat ik jou een inkijkje heb kunnen geven in de lessen die we onze kinderen mogen leren over emoties. Onze kinderen worden nu eenmaal niet met deze kennis geboren dus wij mogen het hun leren en hierin de juiste voorbeelden laten zien. 

Naar mijn mening is dat een van de mooiste cadeaus die je je kind kan geven.

Niemand is perfect, en als ouder mag je ook leren en groeien. Pak deze informatie er af en toe bij en blijf oefenen.

Wil je mij wat over vragen over dit onderwerp? Mail mij dan gerust.

Ik vind het leuk om van je te horen!

⇐⇐  klik HIER om terug te gaan naar stap 4.1

Reacties uitgeschakeld voor Hoe leer ik mijn kind omgaan met ​emoties? Stap 4.2

Omgaan met ongevraagde meningen uit de omgeving

Word jij ook wel eens boos, verdrietig of teleurgesteld door goedbedoelde adviezen van anderen over de opvoeding of het gedrag van je kind?

Dit is iets wat ik regelmatig hoor tijdens mijn coachgesprekken met moeders.

Goedbedoelde adviezen: hoe ga je hiermee om?

Mensen in je omgeving vinden het soms moeilijk om op de juiste manier met jouw situatie om te gaan.

•De één geeft té veel goedbedoelde adviezen.

•De ander praat er liever niet over, vaak uit ongemak of om je te beschermen.

Hetzelfde geldt voor jouw kind. Geen enkel kind is standaard, en toch voelt het soms alsof anderen oordelen over hoe je opvoedt of hoe jouw kind zich gedraagt.

Als moeder voel je dan vaak de blikken en praatjes van anderen. Het kan pijn doen, vooral als je kind iets doet dat niet als “normaal” wordt gezien. Hoe reageer je daarop? Boos worden? Weglopen? Veel moeders vinden dit lastig, maar hier zijn 3 tips om hiermee om te gaan:

 

1. Bekijk het van de positieve kant en bepaal jouw reactie

Jij hebt altijd de keuze hoe je reageert. Laat je niet verleiden tot een negatieve reactie.

Een persoonlijk voorbeeld:

Ik krijg vaak vervelende blikken of “nee-knikkers” als ik als 48-jarige op een invalide parkeerplaats parkeer. Veel mensen denken dat dit alleen voor ouderen is.

Laatst sprak een vrouw me belerend aan. Ik bleef rustig en zei vriendelijk:

“Fijn dat u erop let, want soms parkeren hier mensen zonder handicap. Maar helaas heb ik er wel één.”

Ze was verbaasd (waarschijnlijk verwachtte ze een boze reactie) en liep weg. Doordat ik vriendelijk bleef, ging ik zonder vervelend gevoel naar huis – misschien zelfs met een lach!

 

2. Geef duidelijk aan waar je behoefte aan hebt

Heb je geen zin in goedbedoelde adviezen? Zeg dat! Alleen jij weet wat je nodig hebt. Wil je gewoon even je hart luchten? Geef dat aan.

Dit klinkt simpel, maar ik begrijp dat het tijd en oefening kost. Wees trots op jezelf als je dit zelfs maar één keer hebt gedaan. Blijf luisteren naar je eigen gevoel en behoeften.

 

3. Onthoud: alles is projectie

De reactie van een ander zegt vaak meer over hém of háár dan over jou.

Stel, iemand vindt dat jouw kind altijd netjes gevlochten haren moet hebben om verzorgd te zijn. Dit zegt iets over haar normen en waarden, niet over jou.

Vraag jezelf af: Is dit mijn probleem of dat van de ander? Als jij het geen probleem vindt, laat het dan bij de ander liggen. Het kost tijd om zo te leren denken, maar ook jij kunt dit!

Reacties uitgeschakeld voor Omgaan met ongevraagde meningen uit de omgeving

De kracht van woorden: Let op wat je zegt tegen je kind

De woorden die je gebruikt hebben een enorme impact op je kind. Ze beïnvloeden hoe je kind zichzelf ziet en hoe het zich gedraagt. Eén van de meest krachtige woordcombinaties die je vaak onbewust gebruikt, is “je bent.”

Die twee woorden lijken onschuldig, maar ze kunnen een groot verschil maken, vooral als je ze op de verkeerde manier gebruikt.

Waarom “je bent” zo’n grote invloed heeft

Wanneer je “je bent” op een negatieve manier gebruikt, geef je je kind onbewust een label. Daarmee raak je aan de kern van hoe je kind zichzelf ziet: zijn of haar identiteit. Natuurlijk kun je “je bent” ook op een positieve manier gebruiken, zoals:

“Je bent lief.”

“Je bent zo creatief.”

“Je bent fijn aan het spelen.”

Maar zodra het negatief wordt, kan het schadelijk zijn.

De impact van een verkeerd “je bent”

Stel dat je zegt:

Sophie, ben je nou weer je tas vergeten op school? Je bent ook echt een oen, hè!

Misschien zeg je dit lachend, maar als je het vaker doet, gaat Sophie uiteindelijk geloven dat ze een “oen” is. Het woordje “oen” voegt niets positiefs toe en geeft alleen een stempel. Dat wil je natuurlijk niet.

Elke keer dat je “je bent” zegt, slaat je kind dit op als een stukje klei in haar brein. Al die stukjes klei vormen samen de identiteit van je kind, zowel de positieve als negatieve.


Hoe kun je dit anders aanpakken?

In plaats van een label te geven, benoem je het gedrag of de situatie. Zo blijft de identiteit van je kind onaangetast.

In het voorbeeld wordt het dan:

“Sophie, ik zie dat je je tas weer bent vergeten. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat je morgen wel aan je tas denkt?”

Je benoemt wat er gebeurt en zoekt samen een oplossing.


Gedrag versus persoonlijkheid

Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen gedrag en persoonlijkheid. Stel dat je kind tijdens een telefoongesprek steeds schreeuwt. Je zegt dan snel:

“Bah, wat ben jij vervelend!”

Maar vind je je kind echt vervelend? Of vind je het gedrag vervelend? Het verschil is groot. Beter is om te zeggen:

“Wat gedraag jij je vervelend terwijl mama aan het bellen is.”

Voor oudere kinderen kun je nog specifieker zijn:

“Dat schreeuwen vind ik vervelend. Mama kan de persoon aan de telefoon niet goed horen. Ik wil graag dat je stil bent als ik aan het bellen ben.”

Hier gebruik je een ik-boodschap om uit te leggen wat je vervelend vindt en wat je van je kind verwacht.


Over je kind praten waar het bij staat

Een andere valkuil is praten over je kind terwijl het erbij is. Vaak gebruik je dan “is” in plaats van “je bent,” maar de impact is hetzelfde. Je plakt een label.

Voorbeelden:

“Sophie is soms wat verlegen.”

“Tom is niet zo goed in voetballen.”

“Sophie is niet zo goed in lezen.”

“Tom is drukker dan de oudste.”

Je kind hoort deze opmerkingen ook. Hoe vaker ze dit hoort, hoe groter de kans dat ze het gaat geloven en er zelfs naar gaat handelen.


Hoe kun je dit beter aanpakken?

1. Praat niet over je kind waar het bij staat.

Betrek je kind bij het gesprek in plaats van over hem of haar te praten.

2. Stel vragen in plaats van aannames te doen.

“Sophie, hoe vind jij het om te lezen? Welk boekje vind je het leukste?”

“Tom, wat vind jij van voetballen? Welke sport vind je leuk om te doen?”

3. Laat je kind zichzelf uitdrukken.

Dit voorkomt dat je onbewust labels plakt en je kind zich onbelangrijk voelt.

Wat doet deze tip met jou?

Ben je je al bewust van de kracht van woorden en hoe ze je kind kunnen beïnvloeden? Het is een kleine aanpassing die een groot verschil kan maken in hoe je kind zichzelf ziet.

Wil je meer weten of hulp hierbij? Meld je dan aan voor de online training

Reacties uitgeschakeld voor De kracht van woorden: Let op wat je zegt tegen je kind

Hoe goed hoor jij wat je kind zegt?

“Doe je schoenen aan! We moeten naar de zwemles!”

NEEEEE, ik wil niet naar de zwemles!

Pfff… daar gaan we weer. Ik reageer er maar niet meer op, want anders wordt het weer zo’n gegil.

Ik pak alvast de spullen in en praat er maar niet meer over. Sofie wordt ondertussen alleen maar bozer en besluit zich te gaan verstoppen. Stiekem moet ik van binnen een beetje lachen, maar ik weet ook dat over 10 minuten de les begint!

Dus ik begin haar te zoeken en roep met een boze stem dat ze geen tv mag vanavond als ze nu niet komt. Dat helpt: ze komt bozig tevoorschijn. Hup, jas en schoenen aan en de auto in.

De situatie omdraaien

In de auto besluit ik rustig te vragen: “Wat vind je niet leuk aan de les?”

Ik vind zwemmen stom!” zegt ze.

Ik herhaal: “Dus jij vindt zwemmen stom?”

“JA!”

“Wil jij dan niet, net als Jan (haar oudere broertje), op vakantie kunnen zwemmen zonder bandjes? En van de glijbanen gaan?”

“Jawel,” zegt Sofie.

“Dan heb je wel zwemdiploma’s nodig…”

“Jaaaa…” zegt ze.

“Maar ik durf niet door het gat.”

(Ah, daar zit het probleem!)

Ik zeg: “Jij durft niet door het gat, zeg je? Zullen we samen naar de zwemjuf gaan en vertellen dat je dat nog wat eng vindt? Dan zal ze jou hierbij helpen.”

“Ja, mama, dat vind ik fijn,” zegt Sofie.

 

Wat is hierin mijn boodschap?

Luister ook in stressvolle situaties naar je kind.

Herhaal de woorden die je kind gebruikt, zodat je kind zich gehoord voelt.

•Geef duidelijk aan dat je je kind snapt en begrijpt door dit letterlijk te benoemen.

Ook als je het gevoel hebt dat je geen tijd of zin hebt, DOE HET TOCH. Het kost namelijk minder energie om even oprechte aandacht en begrip te geven dan om de strijd aan te gaan.

Zelfs als je kind iets wil dat echt niet kan, ga het gesprek aan.

Herhaal de woorden van je kind. Zo voelt je kind zich gehoord.

Leg rustig uit waarom iets niet kan.

Dit bespaart jou tijd, energie, en stress!

Reacties uitgeschakeld voor Hoe goed hoor jij wat je kind zegt?

Bewust of onbewust

Wist je dat je maar 5 tot 9 dingen bewust doet op een dag? Al het andere gebeurt volledig onbewust!

Toen ik dit voor het eerst hoorde, dacht ik: “Dat kan toch niet waar zijn?” Maar het klopt. Denk aan het plaatje van een ijsberg: het kleine deel boven water is je bewustzijn, terwijl alles daaronder je onderbewustzijn is.

Voorbeelden van dingen die je onbewust doet:

•Je loopt naar de kast voor iets lekkers en hebt ineens een hele reep chocola op.

•Je rijdt automatisch naar huis, terwijl je eigenlijk een vriendin wilde bezoeken.

•Deur openen met een deurklink.

•Je broek open- of dichtmaken.

•Eten, drinken, lopen, autorijden…

Herkenbaar?

 

Waarom vertel ik dit?

Omdat het helpt om te begrijpen hoe je brein werkt, vooral als je graag iets wilt veranderen. Veel van wat je doet, gaat “op de automatische piloot.” En als je dat wilt doorbreken, moet je begrijpen hoe die automatische piloot werkt.

 

 

Hoe werkt dit in de praktijk?

Stel, je zit in de auto om een pakketje bij een vriendin op te halen. Je luistert naar muziek, en voor je het weet, sta je bijna bij je werk. “Oeps, hier moest ik helemaal niet zijn!”

Of je herinnert je ineens niet meer of het stoplicht waar je net overheen reed, wel groen was. Waarschijnlijk wel, anders was je wel gestopt.

Dit is je onderbewustzijn aan het werk. Terwijl je lichaam de handelingen uitvoert, is je geest bezig met gedachten, plannen of herinneringen.

 

 

Is dat erg?

Helemaal niet! Je onderbewustzijn is juist superhandig. Door veel dagelijkse handelingen te automatiseren, kun je meerdere dingen tegelijk doen. Stel je voor dat je álles bewust moest doen: lopen, een deur openen, een boterham smeren… Je zou aan het einde van de dag uitgeput zijn!

Maar wat als je iets wilt veranderen dat al jaren in je onderbewustzijn zit? Dat is een uitdaging.

 

 

Hoe verander je gewoontes?

Neem het voorbeeld van je armen over elkaar doen. Probeer het eens op de gebruikelijke manier…

En nu andersom.

Ging dat even soepel? Waarschijnlijk niet. De eerste manier gebeurt automatisch, de tweede vergt bewust nadenken.

 

 

Wat betekent dit voor communiceren met je kind?

Een goed voorbeeld is het woordje “niet.” Dit gebruiken we vaak in zinnen als: “Niet op de bank springen!” of “Niet met je mond vol praten!” Maar wist je dat ons brein het woord “niet” eigenlijk negeert?

Als je dit wilt veranderen en positiever wilt communiceren, moet je bewust werken aan zinnen waarin je aangeeft wat je wél wilt:

In plaats van “Niet op de bank springen,” zeg je: “Ga alsjeblieft netjes op de bank zitten.”

Dit vergt oefening. Je gebruikt het woord “niet” waarschijnlijk al jaren automatisch, dus het kost tijd om dit te doorbreken.

 

 

Een handige tip:

Je kunt je onderbewustzijn helpen door visuele reminders te gebruiken:

  • Hang een briefje op met de tekst: “Wat wil ik wél?”
  • Gebruik pictogrammen of afbeeldingen die je herinneren aan je doel.

 

Wil je meer tips om liefdevol en succesvol met je kind te communiceren?

Vraag dan hier GRATIS mijn tips aan en ontdek hoe je meer vanuit ontspanning contact maakt met je kind!

Reacties uitgeschakeld voor Bewust of onbewust